'Letters of the forgotten'. Een fragment door mij geschreven en voorgelezen. Achtergrond muziek van Ludovico Einaudi - Walk

Flarden (27)

"Despite my catalogue of distasters, I am here. I am still here..."

Flarden (26)

Run our fingertips across one anothers lips

as if we wanted to withhold the words.

We just laid there into nothingness.

I closed my eyes,

burying my face into your chest. 

You sighed.

I despised the sound.

It echoed through my hollow bones.

I knew it was your way to say goodbye.

Flarden (25)

 

"But it didn't mean I wouldn't have loved you. But I couldn't love you the way I hated myself."

Flarden (PS)

Flarden (24)

Flarden (23)

'"Weet je, ... misschien zit er gewoon teveel fictie tussen jou en mij," zei ze zacht.'

Flarden (22)

'Ik ben een dagdromer en een nachtdenker ... en dat is wat mij breekt.'

Flarden (21)

'Ze begroef haar gezicht stom glimlachend in haar hoofdkussen, half overrompeld hoe gelukkig ze wel niet was.'

Flarden (20)

'"Ik hou van uw aandacht,"fluisterde hij haar in de oren. Ze keek hem aarzelend aan."

Flarden (19)

'Ik ging mijn gevoel achterna, maar geraakte niet verder dan'

Flarden (18)

'"Wie heeft de wolken gemaakt?" vroeg ze. Maar ook dat antwoord moest hij haar schuldig blijven. Ze hield zijn hand stevig vast en wandelden verder.'

Flarden (17)

'Ze had graag haar haren voor haar ogen hangen, zo hoefde ze de rest van de wereld niet te zien.'

Flarden (16)

'"Ik ben een nachtbraker. Ik groet de maan, ik dans met vossen, ik tel sterren één voor één." vertelde zij. Maar ook zijn blik vertoonde geenszins verwantschap.'

Flarden (15)

'"Meer dan een kus kan het nooit niet zijn, jouw hand past niet in de mijne," en ze zweeg verder.'

Flarden (14)

'En je wreef over je kapot gebeten lippen alsof je alles wou wegvegen wat je ooit had verteld.'

Flarden (13)

 '"Ik durf het haast niet te zeggen, maar ik zie je graag." En hij nam nog een slok van zijn glas wijn.'

Flarden (12)

'En dan praatten we en luisterden we naar onze verhalen waarom we bang zijn. Ik vroeg naar je naam, maar je zei dat je dat liever niet wilde delen.'

Flarden (11)

'Hij was de schaduw als de zon in haar ogen scheen.'

Flarden (10)

'Hij vroeg haar hoe ze verliefd werd. "Op mensen? Langzaam, aarzelend en eenmalig. Op al de rest, altijd en overal."'