16 oktober 2012

Concertmeisje

Angus Stone stond vorige vrijdag op de agenda. In het groot rood geschreven en omcirkeld. Zijn zus Julia mag dan wel meteen de AB vullen, Angus zat er niet mee in het te stellen met een kleiner zaaltje, de Rotonde in de Botanique. Terecht. Qua sfeer is dat de perfecte plek voor zijn muziek (en hoe kleiner de zaal, hoe minder volk, hoe minder volk ik wegdenken moet).


Van het voorprogramma Joy Wellboy kan ik niet veel meer zeggen dan 'what the ...?' Ik weet niet aan welk spul die vrouw zit, maar de neveneffecten spreken voor zich. Mij serieus houden viel wat tegen. Ze zong grotendeels niet echt toon vast, haar dansstijl kan voornamelijk zeer excentriek genoemd worden,... terwijl hij, dan heb ik het over de man met gitaar die gebruik maakte van een sequencer waardoor je snel vergat dat hij er maar alleen met instrument ter handen stond, haar absoluut niet nodig had om een schone set neer te zetten. Zijn warme diepe stemklank deed me denken aan een mix van Mark Lanegan, Daan en Matt Berninger, en zijn gitaarspel was absoluut niet ondermaats te noemen.

Terug naar Angus. Angus en zijn zus behoren nu al bijna vijf jaar tot de geregeld gedraaide meute muzikanten die mijn cd-speler met vreugde weten te vullen. Ik zag ze al eerder samen optreden in de AB. Dit jaar kozen ze elk hun eigen gang te gaan. En dan moeten er in het leven ook keuzes gemaakt worden door mezelve. Ik had inderdaad naar beide kunnen gaan. Daar heeft u absoluut een punt. Maar er stond nog zo veel ander hoorbaar leuks op de lijst, dat er nu eenmaal harde knopen doorgehakt moesten worden. En Angus kreeg de voorkeur. (En neen, zeg, tuurlijk heeft zijn uiterlijk daar totaal niets mee te maken. Komaan zeg. Wat durft u nu toch te beweren. Zijn stem daarentegen. En zijn teksten. En zijn melodieën. En ook wel een beetje zijn drummer. Ook niet voor die reden die u denkt. Jeff Buckley's drummer. Dat zegt genoeg. Aah.) In zijn plaat hoor ik zo wat rasartiesten de revue passeren. Niets plagiaat, maar een zeer duidelijke referentie naar zijn muzikale, tevens ook de mijne, helden, zoals Neil Young, Paul Simon, Jeff Buckley, Bob Dylan, The Boss, en noem maar op. And I like that. Psychedelische folkrock noemt zijn genre. Al plak ik liever niets in vakjes. Ik zou het eerder beschrijven, als ik me dan toch eens aan een poging wil wagen, als geraffineerde folkliedjes met subtiele instrumentatie en luisterteksten, ietwat weemoedig. (Mensen luisteren in algemeen te weinig naar teksten vind ik, en concentreren zich voornamelijk op de melodie. Zonde vind ik dat. Want vaak zitten er parels van teksten bij.)

Ik heb het geprobeerd, echt waar, om hier een perfecte recensie neer te schrijven. Maar het lukt me niet. Sorry. Ik kan maar enkel zeggen dat ik weer zeer tevreden was bij afloop van het concert. Met een glimlach liep ik buiten. De muzikale mannen met lange haren en baarden gaven me weer een schone avond. Ligt dat aan mijn gemakkelijkheid? (Sommige mensen vinden mij gemakkelijk, anderen niet. Dus daar valt over te discussiëren.) Ben ik gewoon niet kritisch ingesteld? ... Al heb ik klaarblijkelijk wel het bisnummer en tevens schoonste nummer van de avond moeten missen, Draw your swords. Awoert aan de treinurenregelaars.

2 opmerkingen:

  1. Wat is een perfecte recensie? Het gaat toch om je eigen indrukken, gevoelens en bevindingen... Dat je met een glimlach de zaal verlaat, en misschien wel naneuriënd op de trein zat zegt toch meer over het concert dan het afhaspelen van een playlist met hier en daar een lovend of misprijzend woordje?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. juist ja ...

    vind ik ook, maar in de kranten, gerenomeerde concertverslagen sites, boekskes is dat normaliter wel het geval nochtans ...

    gelukkig is er mijn blog nog hè, waar een recensie uniek is ;-) (ik moest van mijn dienstchef zekerder zijn over mijn kunnen, bij deze dus even eigen lof)

    BeantwoordenVerwijderen