20 september 2009


'De gedachte dat de anderen in mij iemand zagen die niet degene was die ik zelf kende, iemand die alleen zíj konden kennen doordat ze van buitenaf met ogen naar me keken die niet de mijne waren en die me een uiterlijk gaven dat mezelf altijd vreemd zou blijven, ook al hoorde het bij mij, ook al was het in hun ogen het mijne (en in mijn ogen dus niet!); dat ze zich een voorstelling maakten van mijn leven waarin ik, hoewel het voor hen mijn leven was, niet kon binnendringen, deze gedachte liet me niet meer met rust.'

(uit 'Iemand, niemand en honderduizend' van Luigi Pirandello)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten